‘Als je weinig verdient, kun je geen kampioen van de persvrijheid zijn’

Hoe houden journalistieke vakbonden zich staande in een land waar de persvrijheid de afgelopen jaren klap op klap kreeg? En wat kunnen Nederlandse journalisten leren van en betekenen voor hun collega's in Turkije? Vakbondsleider Mustafa Kuleli en zijn vakgenoot Ali Ergin Demirhan maakten samen met Thomas Bruning - algemeen secretaris van de NVJ - de balans op tijdens het debat 'Solidair met de pers in Turkije', dat Röportaj en de Nederlandse Vereniging van Journalisten op 20 september in Ru Paré Community in Amsterdam organiseerden. "Als je nauwelijks kunt rondkomen, kun je geen kampioen van de persvrijheid zijn. We moeten deze vicieuze cirkel doorbreken om ervoor te zorgen dat we kwaliteitsjournalistiek kunnen bedrijven."

 

fotografie: Ellie Speet

 

Tientallen journalisten zitten vast in Turkije, vele anderen zijn ontslagen en zagen dat hun media noodgedwongen de deuren moesten sluiten of werden overgenomen. Het debat - geleid door journalist Tan Tunali, oud-Turkije correspondent en bestuurslid van Röportaj - staat dan ook niet voor niets in het teken van solidariteit. Ellie Speet, bestuurslid van Röportaj, opent de avond door de column voor te lezen die Astrid van Unen, voorzitter van de stichting, over dat thema geschreven heeft. "Solidariteit betekent soms de vrijlating van een gevangene onder druk van internationale verontwaardiging. Soms vrijspraak van de rechter en soms eenvoudigweg alleen troost. Maar in alle gevallen is het de moeite waard om in actie te komen. Want stel je eens voor dat je zelf gevangen zit en beseft: 'Ik zal de wereld nooit meer zien', zoals de titel luidt van het boek van schrijver-journalist Ahmet Altan. Een boek dat de gevangenis is uit gesmokkeld en in allerlei talen uitgegeven. Zodat iedereen kan lezen hoe onrechtvaardig het rechtssysteem in Turkije is, maar dat je toch ongebroken kunt zijn. 'Ik schrijf in een gevangeniscel', luidt één van de slotzinnen. 'Maar ik ben niet in de gevangenis. Ik ben een schrijver. Ik ben noch waar ik ben, noch waar ik niet ben. Je kunt me gevangen zetten, maar je kunt me niet in de gevangenis houden'."

 

Joep Betrams-Musa Kart

Ook cartoonisten worden vervolgd. Zo zat Musa Kart sinds april dit jaar vast en kwam hij eerder deze maand vrij. Vakbond DİSK Basın-İş nam het voortouw voor een campagne waarin collega's wereldwijd een cartoon tekenden voor hun gevangen collega. Joep Bertrams, cartoonist voor onder meer De Groene Amsterdammer, was één van hen (zie de cartoon hiernaast, red). "De onverwachte vrijlating van Musa Kart laat zien hoe onvoorspelbaar dictatoriale regimes kunnen zijn. Ik geloof niet dat dit willekeur is. Zo bestaan in Turkije nog nauwelijks vrije media. Dat cartoonisten hieronder lijden, is duidelijk. Misschien moet ik niet zeggen de cartoonisten, maar: 'de cartoon'. De bescheiden ruimte die zo'n cartoon inneemt, is omgekeerd evenredig aan de zeggingskracht ervan. Een cartoon werkt als een stemverheffing in de krant. En als hieraan een portie humor is toegevoegd, komt de emotie om de hoek kijken. Dat zorgt er voor dat de mededeling in je hersenen wordt geplant. Het is ook om deze zeggingskracht dat cartoonisten er vaak het eerst uitvliegen bij een krant... en niet alleen in dictatoriale regimes", aldus Betrams.

 

De kleren van de keizer
Cartoonisten de laan uitstuten is nu juist een houding die niet bij een vrije krant hoort. En al helemaal niet een karaktertrek die je bij veel Turkse journalisten en cartoonisten aantreft, benadrukt Bertrams. "Talloze schrijvers en kunstenaars blijven - ondanks boetes en gevangenisstraffen - hun mening geven. Waar het bij alle repressie natuurlijk om gaat, is het intimideren van cartoonisten. Zij staan grappen te maken over de naakte keizer die het volk heeft wijsgemaakt dat hij de prachtigste gewaden draagt", schampert hij. "Ze zeggen wel eens dat één tekening meer zegt dan duizend woorden. Je kunt ook zeggen: met één tekening kijk je met één enkele blik dwars door de leugens naar de naakte waarheid. Dat maakt de cartoon zo onverteerbaar voor aan macht verslaafde personen." Solidariteit is een belangrijk wapen tegen zulke machthebbers, aldus Bertrams. "Zo'n keizer zonder kleren is de ijdelheid ten top, dus hoe meer mensen hem en vooral onderdanen wijzen op de naaktheid, hoe vervelender het wordt. Maar solidariteit met het slachtoffer is minstens zo belangrijk. Weten dat je niet alleen staat, blijkt telkens weer zo veel kracht te geven dat het je helpt je rug recht te houden."

 

Een brug van het hart

Musa Kart kan hierover meepraten. Na zijn arrestatie vielen hem talloze steunbetuigingen ten deel van vakgenoten uit alle delen van de wereld. Bertrams laat door tientallen cartoons te projecteren zien hoe dit tot een ware stortvloed van tekeningen leidde. Kart is zelf niet bij het debat aanwezig, maar laat in een verklaring weten hoe belangrijk solidariteit voor hem en zijn collega's is. "Ik zou hier graag willen zijn en jullie één voor één omhelzen. Maar het reisverbod tegen mij is nog altijd van kracht. Ik kan weliswaar niet naar het buitenland, maar dat is geen beletsel om een brug - een brug van het hart - te slaan met vrienden wereldwijd", schrijft Kart. "De cartoon is een manier om je onafhankelijke geest, je vrije kritische gedachten uit te drukken. Organisaties die geweld verheerlijken, leunen op taboes. Cartoons hebben juist als taak deze taboes neer te halen. Dat is de reden waarom de tegenstanders van democratie er niets mee ophebben."

 

1636323e-0ebd-4ec8-bb45-0a99dcbc6f0f

Mustafa Kuleli is het hier volmondig mee eens. Kuleli is sinds 2013 algemeen secretaris van de Turkse journalistenbond TGS, bestuurslid van de Europese bond EFJ en hoofdredacteur van website Journo. "Journalisten en cartoonisten leveren kritiek, omdat zij geven om de democratie en persvrijheid Democratie is een levende cultuur: het is verankerd in ons dagelijkse leven, in onze gewoontes en hoe we met elkaar omgaan", zegt hij. Sinds Kuleli aan het roer staat van TGS heeft hij ingezet op de hervorming en verjonging van één van de oudste vakbonden in Turkije. "Toen ik vlak na de Gezi-protesten aantrad bij de TGS was ik 28 jaar. Ook de rest van het bestuur bestond uit jonge leden en we wilden het imago van de vakbond veranderen. De vakbond wordt nog vaak beschouwd als een overblijfsel uit de jaren zeventig, waarin vooral linkse activisten de dienst uitmaken. Wij wilden dit beeld ombuigen naar een vakbond die voor álle journalisten openstaat."

 

Bouwen aan een nieuw medialandschap

In deze opzet is de TGS geslaagd. In de zes jaar tijd is de vakbond gegroeid van 800 naar 1.500 leden en zijn vele cao's afgesloten. Naast hervormingen heeft de TGS een impuls gegeven aan de lobby in Europa. De Europese Unie stelde onlangs voor de komende vier jaar een budget van 1,7 miljoen euro beschikbaar. Kuleli: "We willen het medialandschap in Turkije weer opbouwen. We hebben een nieuwe generatie journalisten nodig en investeren daarom veel geld in trainingen voor jonge journalisten, zoals op het gebied van storytelling en nieuwe kanalen als YouTube en Periscope. Daarnaast geven we journalisten in nood juridische en financiële ondersteuning."

 

Krachtig wapen

3475d1dc-f15e-43d4-97a1-05dec6256460

Ondanks het feit dat de repressie van de media groot is, is er ook reden voor optimisme, zegt Ali Ergin Demirhan, bestuurder van vakbond DISK Basın-İş en werkzaam voor de onafhankelijke website sendika.org. "Hoewel Erdoğan de onafhankelijke media probeert kapot te maken, is de veerkracht van journalisten groot. Ook de solidariteit van collega's uit andere landen geeft ons veel kracht. Er lopen 24 gerechtelijke onderzoeken tegen mij en ik ben tot twee gevangenisstraffen veroordeeld, maar ik kan nog steeds mijn werk doen. We moeten ons blijven verzetten en de waarheid vertellen, want iedereen ziet dat het zo niet langer kan. Deze regering regeert met geweld en leugens, maar wij hebben een veel krachtiger wapen en dat is de waarheid."

 

DISK Basın-İş bestaat sinds 2012 en telt 400 leden. Net als de TGS is de vakbond aangesloten bij de IFJ en de European Federation Of Journalists. "Ook wij geven trainingen in mediatechnieken aan journalisten. Tegelijkertijd voeren we ook solidariteitscampagnes, zoals in de zaak tegen journalisten van het dagblad Cumhuriyet of de per decreet gesloten pro-Koerdische krant Özgür Gündem. We verzamelen ons voor gerechtsgebouwen en gevangenissen om onze steun te betuigen. Erdoğan wil alle onafhankelijke media kapotmaken, vooral in het zuidoosten van het land. Hier zijn we in samenwerking met de IFJ een project gestart om lokale journalisten te ondersteunen."

 

Vanuit Nederland probeert de NVJ steun te bieden aan vakgenoten in Turkije, vertelt algemeen secretaris Thomas Bruning. "We geven steun aan individuele journalisten, zoals Füsun Erdoğan en Erol Önderoğlu. De NVJ heeft deze en andere zaken nauwlettend gevolgd. Bij de rechtszaken tegen Erdoğan en Önderoğlu waren namens de NVJ waarnemers aanwezig. Mede door druk van de NVJ kwam Füsun Erdoğan - een Nederlands-Turkse journaliste die was veroordeeld tot levenslang - voorwaardelijk vrij, nadat zij al zeven jaar in de gevangenis had gezeten. Ook de zaken van oud-correspondenten Fréderike Geerdink en Ans Boersma, die beiden Turkije zijn uitgezet, hebben we nauwlettend gevolgd."

 

Vicieuze cirkel

9ad2c6d1-c7dc-493c-bde4-882be36b1f8f

Solidariteit is belangrijk, maar volgens Mustafa Kuleli is er meer voor nodig om de impasse te doorbreken. "Er bestaat een sterk verband tussen de belabberde persvrijheid en de economische situatie in ons land. In Turkije verdienen journalisten zo'n 250 tot 400 euro per maand. De werkloosheid is hoog: zo'n 10.000 journalisten - bijna één op de drie vakgenoten - zitten zonder werk. Als je nauwelijks kunt rondkomen, kun je geen kampioen van de persvrijheid zijn. Door de hoge werkloosheid raken we als vakbond bovendien een groot deel van onze achterban kwijt", zegt hij.

 

Turkije zit volgens Kuleli gevangen in een vicieuze cirkel. "Er is sprake van een inefficiënt verdienmodel: de meeste mediabedrijven hebben weinig geld en kunnen onvoldoende goede journalisten aantrekken. Dat levert slechte journalistieke producties op, waardoor lezers en kijkers afhaken. Het is cruciaal dat we deze cirkel doorbreken: we moeten onszelf dwingen kwaliteitsjournalistiek te bedrijven. We moeten focussen op de professionalisering van ons vakgebied en nieuwe vaardighedenontwikkelen, zodat nieuw talent een kans krijgt en we op zoek kunnen gaan naar de parels van het redactielokaal."