Overheidsinstelling BIK weigert Evrensel advertenties

Al ruim 500 dagen krijgt dagblad Evrensel geen officiële advertenties meer, zo schrijft hoofdredacteur Fatih Polat. Volgens de pers advertentie-instelling BIK zou Evrensel de principes van de persethiek hebben geschonden. Maar dit was voor BIK nog niet genoeg. In 2019 kreeg Evrensel als straf nog eens 25 dagen, in 2020 65 dagen en in de eerste maand van 2021 3 dagen geen advertenties. Een zuiver symbolische daad, om hun onvrede extra te bekrachtigen.

 

Het advertentierecht van Evrensel is op 18 september 2019 stopgezet door de pers advertentie-instelling BIK. Deze overheidsinstelling werd in 1961, na een periode van zware censuur door de toenmalige Democrat Parti, officieel opgericht om de pers te ondersteunen. Artikel 32 van deze wet zegt het volgende: ‘Officiële advertenties worden onder de periodieke publicaties verdeeld volgens de door in het artikel 34 bepaalde kenmerken, zonder onderscheid te maken van mening en standpunt.’

Kritisch over huis op landgoed

Onder het AKP-bewind wordt dit artikel volledig geschonden. Op 6 augustus 2018 is met de handtekening van president Erdoğan een besluit gepubliceerd in de Staatscourant. Daarin staat dat het toezicht op BIK voortaan onder de verantwoordelijkheid van de afdeling communicatie valt die onder president Erdoğan opereert. ‘Hierdoor hebben we te maken met een structuur die totaal afhankelijk is van het bewind als het gaat om de BIK’, schrijft Polat.

De besluiten die BIK hierna heeft genomen, bevestigen dit ook. Polat vervolgt: ‘Een voorbeeld: Özgür Özel, vicevoorzitter van CHP-groep, bekritiseerde dat het hoofd van de communicatie van de president, Fahrettin Altun, een huis bouwde op een landgoed in Kuzguncuk, wat tot een stichting behoort. We hebben hierover bericht op 16 april 2020. Hiervoor kregen we als straf 5 dagen geen advertenties. In 2021 kreeg Evrensel opnieuw te maken met 3 dagen advertentiestop vanwege hetzelfde onderwerp. Want wij hadden bericht dat verslaggevers van Cumhuriyet voor de rechter moesten verschijnen vanwege hun berichten over het huis van Altun.’ Beide straffen werden beargumenteerd volgens de Pers Ethiek Principes.

Ethische instelling als rechtbank

Polat haalt een quote aan van TGC (Stichting Turkse Journalisten) over de verantwoordelijkheid van de journalist: ‘Een journalist gebruikt de persvrijheid eerlijk zodat dat het volk juist geïnformeerd wordt en zodat het recht op informatie juist plaats vindt. Hiervoor strijdt de journalist tegen alle vormen van censuur en zelfcensuur. De journalist is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het volk en voor de waarheid. Deze verantwoordelijkheid komt voor de verantwoordelijkheden voor de autoriteiten en eigen werkgever.’

Hij vervolgt: ‘Dit is een algemeen gedeelde standaard van de principes van de universele journalistiek als het gaat om ethische standaarden. Wij houden deze standaarden in acht. Als een overheidsorgaan zich gaat gedragen alsof hij een ethische instelling is, dan ontstaat een instelling die met allerlei smoezen zich gaat gedragen alsof deze instelling een rechtbank is. Er ontstaat dan een instelling die willekeurig straffen uitdeelt over nieuws en berichten waar zelfs de rechtbanken geen zaak van hebben gemaakt. Dit is waar we nu mee te maken hebben.’

‘We zijn niet alleen’

Polat bestudeerde de bedragen die BIK heeft toegekend aan media die zich kennelijk wel goed gedragen hadden. Hieruit blijkt dat met name de krant Doğru Haber de meeste advertentie-inkomsten van BIK heeft ontvangen. ‘Het is bekend dat Doğru Haber dichtbij de HÜDA PAR (politieke partij, opgericht door Turkse Hezbollah) staat’, stelt Polat. ‘Zoals men zich kan herinneren heeft de voorzitter van HÜDA PAR kortgeleden een ontmoeting gehad met de president in zijn paleis. Het bewind heeft zijn hoop gevestigd op HÜDA PAR in gebieden waar HDP een sterke aanhang heeft. HÜDA PAR heeft tijdens de presidentiële verkiezingen op 24 juni 2018 Erdoğan gesteund. Degenen die nieuwsgierig zijn naar de ‘ethische’ redenen van het feit dat Doğru Haber meer dan twee keer zoveel advertentie-inkomsten heeft dan Cumhuriyet en Birgün, moeten naar deze relatie kijken.’

Ondanks de moeilijke situatie waarin Evrensel zich bevindt, eindigt Polat strijdbaar: ‘Elke burger die in dit land belasting betaalt, verdient het dat de krant die hij leest ook in aanmerking komt voor advertentie-inkomsten. Ook de burgers die niet deze regering steunen. Door het advertentie-embargo op Evrensel ontkent BIK haar redenen van oprichting. Hiermee pleegt BIK een strafbaar feit. Tegen alle besluiten en boetes van BIK zijn we in verweer gegaan en hebben we rechtszaken aangespannen. Onze lezers protesteren tegen het embargo van BIK door solidariteitsadvertenties te laten plaatsen. Dit geeft aan dat we niet alleen zijn en versterkt ons. Samen zullen we het overwinnen!’

Vertaling: Nuri Karabulut

Bron: Evrensel